Geschiedenis van Kasteel Doorwerth

Geschiedenis van het kasteel doorwerth

Kasteel doorwerth, ook bekend als Dorenweerd of Dorenwaard.

Houten Toren

Gebouwd voor 1260, exacte datum niet bekend, als houten toren op het eiland ‘waard’ om tol te heffen. Deze strategische locatie bied de mogelijkhied om het kasteel goed te verdedigen. De eerst bekende eigenaar is Berend van Dorenweerd.

1260: eerste vermelding en verwoesting

De eerste vermelding van het Kasteel is in mindere tijden wanneer het oorspronkelijke houten bouwsel wordt belegerd en in brand gestoken door de Heer van Vianen in 1260. De Graaf van Gelre had een verdrag getekend met Keulen om de rooftochten en onrechtmatige tollen. Berend van Doorweerd werd daarom aangevallen en zijn toren met de grond gelijk gemaakt.

Groter en beter: Wederbouw van steen

20 jaar later, in 1280, wordt er een rechthoekige woontoren met gracht gebouwd door zijn zijn zoon Hendric. Een waterburcht of woontoren genoemd, van steen met een afmeting van 10 bij 15 meter. De muren waren 1,2 meter dik opgezet. De gracht die om de toren liep werd gevoed door de Nederrijn.

Deze toren is wat wij nu kennen als de huidige oostervleugel.

1436: uitbreidingen door Reinald van Homoet

Reinald van Homoet vergroot de zuidvleugel en verplaatst de hoofdingang.
We vermoeden dat hij ook de massieve Noordvleugel heeft gebouwd. Geschriften met berekeningen voor een grote verbouwing stammen 1435-1436, maar daarin wordt niet genoemd dat het om dit deel van het kasteel gaat.

huidige plan van kasteel doorwerth
huidige plan van kasteel doorwerth

Belegering

In 1493 belegerde Karel van Egmond Hertog van Gelderland het kasteel. Na 9 dagen werd het kasteel ingenomen.

1560: Adam Schelleart

1560 Adam Schelleart van Obbendorf heer van Gurzenich laat samen met zijn medebewoners de laatste wijzigingen aanbrengen. Na de 16e eeuw werd wooncomfort belangrijker. Adam maakte een geheel van de gebouwen.
De zuidvleugel wordt opnieuw uitgebreid en er wordt een zuidwest toren gebouwd. Zo werd de grootste omvang van de hoofdburcht bereikt.

De laatst genoemde toren werd in de 18e eeuw gesloopt en weer opnieuw gebouwd in de 19e eeuw.

1579: planten van de Acacia

1579 oudste datum wanneer mogelijk de acacia is geplant op de binnenplaats ter ere van de Unie van Utrecht.

Acacia  in kasteel Doorwerth
Acacia in kasteel Doorwerth
kasteel doorwerth en tuinen
kasteel doorwerth en tuinen

Dijken

Dijken gaf de heer de mogelijkheid om meer landbouwgrond te bezitten. Tegelijkertijd zorgde dat ervoor dat rivieren minder ruimte had om uit te deien in de winter. Hierdoor kwam eerder de laagste verdiepingen van het kasteel onderwater te staan.
Om dit te voorkomen werd er in 1643 rondom het kasteelterrein een dijk aangelegd in opdracht van Johan Albrecht Schellart van Obbendorf.
Niet alleen verbond hij het kasteel met de stuwal met deze dijken. Ook ontstond er zo een polder en ruimte voor een grote vierkante tuin. Zo bood het kasteel weer wat de eigenaars nodig hadden in die tijd. Geen goed verdedigbaar slot maar een kasteel waar je je kon vermaken en de ruimte had om mensen te ontvangen.

Poortgebouw

In het jaar 1640 werd de noordhoek verbouw en het poortgebouw gebouwd door de kleinzoon van Adam, Johan Vincent van Schellaert van Obbendorf.

Johan Albrecht

Ondanks de inkomsten van de rechten van Doorwerth komt Johan in de schulden. Na de dood van Willem II komt hij snel in de problemen. Ondanks zijn vier huwelijken heeft hij geen nabestaanden. Zijn grootste schuldeiser Anton van Aldernburg rijksgraaf van Olderburg laat beslag leggen op het kasteel. Johan zal 5 jaar in deze situatie moeten leven tot zijn dood in 1678.

Anton I graaf van Aldenburg

Anton verwierf het kasteel als grootste schuldeiser. Voor Anton was dit niet zijn hoofdverblijf. Hij woonde eerder op zijn kastelen in Varel en Kniphausen.  Zijn vader was de laatste graaf van Oldenburg en had geen wettige kinderen. Hij had er voor gezorgd dat zijn zoon de titel van rijksgraaf kreeg en voldoende bezittingen erfden.

Rampenjaar

In het rampenjaar 1672 voor Nederland heeft Anton van Aldenburg het kasteel in zijn bezig. Het rampenjaar was het jaar dat de Hollandse Oorlog begon en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werd aangevallen door Engeland, Frankrijk en de bisdommen Munster en Keulen.
Dit waren spannende tijden ook voor kasteel doorwerth omdat de fransen en het koninkrijk der nederlanden ook in de omgeving van Doorwerth gestationeerd waren. In deze tijden was het kasteel het onderdak voor de inwoners en het vee van Doorwerth. De Richter van dat moment (Op ten Noort) staat dit toe in naam van de Graaf.
Bij het afscheid van de gasten blijft het kasteel leeg en smerig achter. De Richter dreigt de kosten te beroepen op de inwoners als zij geen dienstmaagden en dochters sturen om dit op te ruimen.

De rijksgraaf komt zelf pas in 1677 langs als hij als vertegenwoordiger van het Deense hof naar Nijmegen reist voor de vredens overleggen.

Zaakwaarnemers

De Aldenburg’s verbleven maar zelden in het kasteel. In die tijd werd het beheer van het kasteel uitbesteed aan zaakwaarnemers. Zij hebben daarom ook de onderhandelingen gevoerd bij drijging van het invallen van franse troepen.

Charlotte Amelie

Anton was 5 maanden getrouwd met Charlotte Amelie hertogin de la Tremoille. Zij was de enige van het gezin die verbleef in Doorwerth in het jaar 1684. Ze was van voorname afkomst van onderanderen Willem van Oranje en Charlotte de Bourbon. Doordat haar vader in staats dienst was van Nederland heeft ze een deel van haar jeugd in Nederland doorgebracht. Anton en Charlotte leren elkaar kennen in Kopenhagen waar Anton aan het hof verblijft.

Met de dood van Anton moet Charlotte en haar zoon de erfenis delen met de andere kinderen van Anton. Door deze situatie voelt Charlotte zich niet meer veilig en reist met haar gevolg naar Doorwerth. Het kasteel dat leeg stond bloeit op dankzij de nieuwe bewoning en haar gevolg. De tuinen worden weer onderhouden en er komen regelmatig gasten langs. Onderanderen Willem II als voogd van Anton Junior, is een regelmatige bezoeker.

Charlotte is een hugenoot en laat een kapel bouwen bij het kasteel. Haar eigen dominee preekt hier. De tekst in de kapel klinkt: “Wat doet het er toe als men rust in het graf, of men een scepter heeft gevoerd of een hark gehanteerd”.

Willem II komt vaak langs om te jagen. Voor zijn par-force jachten laat hij de koningswegen aanleggen in het bos. Een van deze wegen loopt direct van Loo naar Doorwerth. Willem vindt Doorwerth zo mooi dat hij onderhandelingen start om het te kunnen overnemen. Johan van Arnhem bemiddeld de aankoop. Willem bied eerst geld, maar als Charlotte dat bod niet accepteerd bied hij een ruil aan met zijn kasteel in IJsselstein.
De jonge Anton die in Utrecht studeert bezoekt IJsselstein ter inspectie. Hij concludeerd dat het vervallen en lang niet bewoond is. Ook bevalt hem de omliggende polderlandschappen niet.
Een harde Nee is onbeleefd, hierdoor duren de onderhandelingen jaren. De dood van Willem II zal zijn determinatie uiteindelijk beeindingen.

Anton Junior

Anton trouwt met Anna von Inn- und Knijphauzen. Dit is geen gelukkig huwelijk en ze scheiden daarom al snel. Een uitzonderlijke gebeurtenis in die tijd. Enkele jaren later trouwt Anton opnieuw. Deze keer met Prinses Wilhelmina Marie van Hessen-Homburg. Ze zullen afwisselend wonen in hun verblijven Varel, Knijfhausen en Doorwerth.

Anton laat de postweg van Arnhem naar Utrecht verbreden en plant er aan weerszijden bomen. Hij vergrootte de heerlijkheid van Doorwerth met onder andere de aankoop van Wolfheze. Wolfheze dankt zijn naam aan de plaag aan wolven op de Veluwe. Met de aankopen komt Anton diep in de schulden.

Charlotte Sophie

Charlotte Sophie is geboren in 1715 te Doorwerth als enige erfgenaam van Anton. Al snel blijkt ze een erg getalenteerd schrijfster te zijn. Op haar 15e schreef ze haar eerste essay. Ze schreef zelfs zoveel dat ze met de brieven die ze in haar leven had geschreven een privé papiermolen bezig had kunnen houden.
Helaas voor haar werd ze op haar 18e uitgehuwelijkt door haar vader aan de zoon van een goede vriend van de Nederlandse prins, Willem Bentinck.. Anton werd gedreven door zijn schulden. Willem leek een veelbelovende kandidaat, maar blijkt zelf ook een grote schuld met zich mee te dragen.
Charlotte is allesbehalve blij met deze relatie. Ze had zelf een andere kandidaat op het oog. 

Na de bruiloft met Willem woont het stel in Den haag, Sorgvliet, dat hedendaags Catshuis heet. Antoine en Albert zijn twee zoons die uit het huwelijk voorkomen. Haar ongeluk wordt vergroot door de dood van haar oma in 1732 en haar vader in 1738. Beide worden in Varel begraven. 

Het paar scheidde zich van tafel en bed.Haar moeder steunt haar en biedt haar onderdak in Varel met haar jongste zoon Wanneer de scheiding definitief is, krijgt Willem Bentinck de kinderen toegewezen. Charlotte schrijft continue brieven naar haar jongens maar krijgt er weinig voor terug Charlotte Sophie woont in die tijd in Doorwerth. Bentinck schort de financiën van de regio op, uit wrok, wat Charlotte forceert om hulp te zoeken door Europa. 

Willem Bentinck komt voor enkele weken naar Doorwerth om orde op zaken te stellen. Hij benoemd een richter en schepenen en keert terug naar Den Haag. 

Charlotte belandt in Duitsland, Berlijn. Hier ontmoet ze Frederik de Grote, koning van Pruisen. Hij staat bekend als de “Salomo van het noorden” en “Filosoof op de troon”. Frederik geeft Charlotte weinig steun. Twee mogelijke oorzaken kunnen zijn dat hij niet veel van vrouwen hielt of dat haar man veel invloed heeft in Den Haag. Na vier jaar zal ze Berlijn verlaten nadat ze een verdrag heeft getekend dat ze afstand doet van Varel en Knijphausen in ruil voor jaargeld.
Berlijn brengt haar een hele mooie vriendschap met verlichting schrijver Voltaire. De vriendschap zal meer dan 40 jaar duren tot de dood van Voltair. In deze 40 jaar zullen ze honderden brieven uitwisselen. Deze brieven tonen een hele intieme vriendschap. Voltair noemt haar “Beschermengel” en geeft toe “zijn leven met haar te willen delen”. Ze zullen elkaar nogmaals ontmoeten in zijn huis aan het meer van Genève. 

Wanneer ze hierna terugkeert naar een vervallen Doorwerth, doet ze haar best het te herstellen tot zijn oude glorie tot haar dood.

Charlotte zal na Berlijn een zware tijd tegemoet gaan. In 1768 overleed haar zoon Antoine, in 1770 haar moeder in Varel. Haar man zal in 1774, uiteindelijk haar tweede zoon in 1775 in Engeland. Varel en Knijphausen worden geërfd door haar kleinkinderen. 

Ze moet Doorwerth belenen en moet daarom in een huurhuis in Hamburg wonen. Ze begint een proces aan het hof van Gelderland tegen de schoondochter om de inkomsten van Doorwerth van de afgelopen jaren. Het hof berechte echter tegen haar. In hoger beroep krijgt ze gelijk en nu krijgt Charlotte Sofie in haar gelijk gesteld. Hiermee moet haar schoondochter de kosten van het proces betalen en de inkomsten van Doorwerth vanaf de dood van haar voormalige man. 

Voltair sterft gedurende dit proces. In een van zijn laatste brieven schrijft hij “een afstand van 2000 mijl en mijn 84 jaren kunnen de genegenheid niet verminderen, die ik voor je voel”. 

Na 40 jaar komt Charlotte terug in Doorwerth. Het paradijs van haar jeugd. Wordt wordt vergezeld door haar pleegzoon Karl Weissbrod vanuit Parijs. Toch blijft ze niet lang. Het is er te stil. Ze verhuist terug naar Hamburg. 

Doorwerth brengt pacht op. Onder andere de boerderijen Noorderbouwing en Westerbouwing. 

In Hamburg werkt ze aan haar verzameling klassieke penningen. Een verzameling die ze heeft verzameld in al haar jaren van reizen. Daarnaast zal ze veel corresponderen met haar kleinkinderen in Engeland.

Schulden

Regelmatig werden er schulden afgelost met de verkoop van bomen en of stukken bos. Zowel van Willem Bentinck als van Charlotte Sophie hebben dit gedaan. Willem verkocht voor 5300 gulden een stuk bos, en Sophie deed dit in 1779 toen zij de rechten op Doorwerth terug kreeg na de rechtzaak.

In 1800 overlijd Sofie. Tegen die tijd zijn de heerlijke rechten afgeschaft, zijn de Nederlanden de Bataafse Republiek en is zij daardoor geen “vrouwe van Doorwerth” meer. Hierdoor worden er geen tienden meer geheven en de molenaars zijn niets meer verschuldigd voor wind en water. Wat overblijft is eigendom van de grond. 

Doorwerth komt nu in handen van de oudste zoon van haar jongste zoon. Willem Bentinck. Nederland is in die tijd een Franse bondgenoot. De Fransen zijn voortdurend in oorlog met Engeland. Willem die Engels is heeft daarom geluk dat zijn eigendommen niet worden geconfisqueerd. Misschien is de schuldenlast van 170.000 gulden daar wel oorzaak van? Dit bedrag is nog niet omgerekend naar de huidige waarde. 

Van een reiziger verlag weten we dat Willem door verkoop van het hout van Doorwerthse bossen de schuld wil verlichten. Hij verteld dat Doorwerth voornamelijk uit hakhout bestaat. En benoemd prijzen van beuken die tot 700,- gulden komen.

De tuinen

Charlotte Sophie heeft J.G. Michael ingehuurd om de tuinen in 1784 in te richten. Michael heeft hier waarschijnlijk z’n 4 jaar over gedaan want er zijn over die jaren meerdere rekeningen betaald.

huidige contructie van kasteel doorwerth
Huidige contructie van kasteel Doorwerth
poortgebouw kasteel doorwerth
Het poortgebouw met uitzicht op de uiterwaarden
Kasteel doorwerth vanaf de stuwwal in 1742
Kasteel doorwerth vanaf de stuwwal in 1742

Pruizische oorlog

In 1787, tijdens de Pruisische oorlog, werden er militairen ingekwartierd op het kasteel. Er zouden 5 batterijen in en rondom Doorwerth zijn gestationeerd. Een hiervan zou worden verwoest samen met de grootste boerderij van die tijd.

Verwaarlozing

Na de dood van Sophie in 1800 verviel het kasteel in handen van erfgenamen in Engeland, kleinzoon en achterkleinzoon. Omdat deze er niet in woonde verviel het kasteel in onbruik.

Ondanks de afstand en de kosten die het kasteel met zich meebrachten, probeerden de eigenaars het in hun bezit te houden. Verkopen van hout en verhuur moest dit waarmaken.

Het kasteel staat intussen leeg. William Bentinck is nog steeds in Engeland waar hij vice admiraal is geworden. Hij overleed in 1813 waardoor zijn oudste zoon Doorwerth kreeg, die het weer doorgeeft aan zijn broertje Charles. 

De Bentincks krijgen pas weer inkomsten als Den Haag toestaat dat er tiende geheven kan worden. 

Papier wordt nog steeds geproduceerd. De molens zijn door de geldnood van William Bentinck ook eigenaar geworden van de grond waarop deze staan. 

Door de grote verkoop van bomen zijn er veel velden ontstaan. Boeren pachten deze en planten er koren en tabaksvelden. De tabak die hier gepland werd, was geschikt voor snuif. Helaas raakt dit uit de mode. Hierdoor mist Doorwerth een mogelijke kans op opbloei.

Definitieve naam: Doorwerth

In deze tijd hebben de Fransen de macht gehad in deze streken. Met de registratie die zij uitvoerden moest de naam van de heerlijkheid vast gelegd worden. Doordat de eigenaars Engels waren heeft doorwerth dus een engelse tint gekregen.

Adolph Hoefner
Adolph Hoefner

Baron van Brakell

Charles Bentinck verkoopt het kasteel in 1837 aan Jacob Adriaan Prosper, baron van Brakell van Wadenoyen. Hij komt uit de Betuwe. Ze spelen een rol in het kwartier van Nijmegen en zijn zeer rijk. Hij neemt zes kinderen mee, en in Doorwerth wordt hij gezegend met nog drie.
Omdat de familie Aldenburg er slechts zelden in woonden is het langzaam in verval geraakt. Hij herstelde het kasteel met veel geld en moderniseerde het naar de smaak van die tijd. Samen met zijn vrouw en zes kinderen bracht hij zo nieuw leven in Doorwerth. Daarbij organiseerde hij regelmatig jachtpartijen en ontvangsten.Hij zal nog 3 kinderen krijgen in Doorwerth. 

De Baron krijgt al snel de titel van Burgemeester toegediend. 

Met de heerlijke rechten die waren vervallen moest van Brakell op zoek naar nieuwe inkomsten.Velden bossen waren door de Bentincks gekapt. Van Brakell liet 200 hectare heidevelden beplanten met dennen.
Met de aanleg van de spoorlijn tussen Arnhem en Amsterdam drong hij erop aan dat er een station in Wolfheze werd gebouwd. Om de reis van en naar het station gemakkelijker te maken liet hij de Italiaanse weg bestraten.
Verder gaf hij ter beschikking grond voor buitenverblijven, bedrijven, landbouwgronden en fabrieken.

Baron van Brakell overleed in 1853. Zijn weduwe en gezin blijven in het Kasteel wonen. Zijn oudste zoon volgt hem op als burgemeester. Na de dood van de weduwe van Brakell, in 1880, moet de boedel gescheiden worden onder alle kinderen en kleinkinderen van al overleden kinderen. Het Kasteel wordt geërfd door een van de kleinzonen. Het kasteel van Doorwerth komt leeg te staan wanneer Philippe Frederic Antoine Jacques van Brakell een nieuw huis “Hoog Doorwerth” bouwt vlak bij de Boersberg.  De oudste zoon van de Baron verkocht het kasteel in 1910 aan vereniging ‘de Doorwerth’.

Adolph Hoefner

Frederic Adolph Hoefer, oud-militair was de initiatiefnemer van vereniging ‘de Doorwerth’. Deze vereniging koopt het kasteel en begint aan de restauratie. Bij de start wordt al snel duidelijk dat er veel vervangen moet worden: vloeren, zolders en dak. Onder strikte voorwaarden subsidieert Den Haag de restauratie. Eenmaal gerestaureerd wordt in 1913 het artilleriemuseum van de initiatiefnemer er geïnstalleerd. Dit werd later het Legermuseum. Een van de eerste musea in een kasteel in Nederland. Ook het Commanderij Nederland van de Johanniter Orde krijgt zijn plaats. Andere delen worden gebruikt als opslag voor archeologische vondsten uit Gelderland. De overige delen worden ter beschikking gesteld aan de Johanniterorde.

Onenigheid

De onenigheid over de restauratie van het Kasteel Doorwerth is aanleiding geweest voor de Nederlands Oudheidkundige Bond om algemene restauratie beginselen te formuleren.
In de kwestie kasteel Doorwerth ging het om onenigheid tussen P.J.H. Cuypers en Victor de Stuers, architecturale adviseurs van de overheid en Vereniging de Doorwerth. Moeten we alle bijgebouwen van de Baron van Brakell herbouwen? Of naar de staat van de eigenaar daarvoor? De adviseurs wilden dat de toegangspoort en de gang langs de zuidvleugel moesten worden verwijderd. Iets wat uiteindelijk ook werd uitgevoerd.

tekening die de basis voor de renovatie vormde
tekening die de basis voor de renovatie vormde

Na de oorlog

In 1944 is het kasteel verwoest door granaatvuur. Dit gebeurde in nadagen van de slag om Arnhem eind september 1944. De munitievoorraden van de Duitser werden in brand gestoken en werd beschoten door de geallieerden.
Na de oorlog nam de Verenging de Doorwerth het initiatief tot restauratie. In 1956 nam het Geldersche Kasteelen de aansturing over. In 1969 kreeg zij ook het eigendom van kasteel Doorwerth. Er werd gekozen voor een restauratie naar de 17e eeuwse situatie.

Vanaf 1974 nam het Nederlandse Jachtmuseum plaats in de zuidervleugel.

1983 restauratie van 37 jaar is afgerond vanaf nu is het kasteel te bezichtigen.
1986 het kasteel werd geopend voor publiek met Museum Veluwezoom in de oostvleugel.

de verwoesting van de tweede wereld oorlog
de verwoesting van de tweede wereld oorlog
kasteel doorwerth in de tweede wereld oorlog
kasteel doorwerth in de tweede wereld oorlog
Renovatie van Kasteel doorwerth
Renovatie van Kasteel doorwerth